Bij werkzaamheden op hoogte is de keuze voor het juiste materieel belangrijk voor de voortgang en veiligheid van uw project. Vaak wordt er direct gekeken naar de werkhoogte en het hefvermogen, maar de ondergrond waarop de machine moet staan is minstens zo belangrijk. Een standaard schaarlift op wielen is op veel bouwplaatsen de norm, maar kent zijn beperkingen zodra de verharde weg ophoudt. In situaties waar de ondergrond zacht, ongelijk of kwetsbaar is, biedt een schaarhoogwerker op rups uitkomst. Deze machines zijn specifiek ontworpen om te presteren waar wielaangedreven liften vastlopen of onveilig worden. In dit artikel leest u precies wanneer het verstandig is om de conventionele schaarlift te laten staan en te kiezen voor de stabiliteit en terreinvaardigheid van een rupsuitvoering.
De kracht van lage bodemdruk op zachte ondergronden
Het grootste technische verschil tussen wielen en rupsbanden is de manier waarop het gewicht van de machine wordt verdeeld. Een conventionele schaarlift rust op vier relatief kleine contactpunten (de banden). Hierdoor is de druk per vierkante centimeter hoog. Op beton is dit geen probleem, maar op zachte ondergronden zoals gras, zand of modderige bouwterreinen zakt een wielmachine onherroepelijk weg.
Een schaarhoogwerker op rups verdeelt zijn gewicht over een veel groter oppervlak. Dit resulteert in een aanzienlijk lagere bodemdruk. Hierdoor blijft de machine als het ware drijven op de toplaag in plaats van erin te snijden. Moet u werken in een net aangelegde tuin, op een drassig veld of een bouwplaats die door regenval is veranderd in modder? Dan is de rupsvariant vaak de enige optie om niet vast te komen zitten.
Stabiliteit en veiligheid op ongelijk terrein
Veiligheid staat voorop bij werkzaamheden op hoogte. Een van de grootste risico’s bij hoogwerkers is kantelgevaar door instabiliteit. Conventionele schaarliften hebben een vlakke, harde vloer nodig om veilig naar de maximale hoogte te kunnen gaan. Zodra er sprake is van scheuren in de vloer, kuilen of rulle grond, grijpt de beveiliging van een wielmachine vaak in en blokkeert de heffunctie.
Rupsbanden bieden hier superieure stabiliteit. Door het lange contactoppervlak met de grond heeft de machine veel meer grip en balans. Bovendien zijn veel rups schaarhoogwerkers uitgerust met automatische nivellering (stempels). Hiermee kan de machine zichzelf waterpas zetten, zelfs als de ondergrond scheef loopt. Dit maakt het mogelijk om veilig te werken op hellingen of taluds waar een standaard lift niet kan functioneren.
Wanneer volstaat de conventionele schaarlift op wielen?
Het is niet zo dat de rupsvariant altijd de betere keuze is. De conventionele schaarlift op wielen heeft specifieke eigenschappen die in andere situaties juist voordelig zijn. Werkt u binnen in een magazijn, een bedrijfshal of een winkelcentrum met een vlakke, afgewerkte betonvloer? Dan is de wielaangedreven lift superieur.
De voordelen van wielen op een harde ondergrond zijn:
- Snelheid: Wielmachines verplaatsen zich doorgaans sneller over de vloer dan rupsvoertuigen.
- Manoeuvreerbaarheid: Ze hebben vaak een kortere draaicirkel, wat belangrijk is in krappe gangpaden.
- Vloerbehoud: Met speciale ‘non-marking’ banden laten ze geen strepen achter op afgewerkte binnenvloeren. Rupsbanden kunnen, ondanks rubberen varianten, soms toch sporen achterlaten bij scherp draaien op kwetsbare vloeren.
Waar let u op bij uw keuze?
De keuze tussen rupsen of wielen hangt zelden af van de taak die u boven moet uitvoeren, maar bijna altijd van de weg ernaartoe en de plek waar de machine moet staan. Analyseer vóór aanvang van het project de omgeving.
Is de vloer vlak, hard en bent u binnen? Kies dan voor de snelheid en wendbaarheid van de conventionele schaarlift. Gaat u naar buiten, is de ondergrond onverhard, zacht, of moet u hoogteverschillen overbruggen? Kies dan voor zekerheid en veiligheid met een schaarhoogwerker op rups. U voorkomt hiermee niet alleen dat uw project vertraging oploopt doordat materieel vastloopt, maar u garandeert ook een veiligere werkplek voor uw medewerkers.